Op weg met de fiets

1.Om te beginnen hebben we een test op het internet gedaan over het verkeer. We moesten bewijzen dat we veel van het verkeer wisten. Er waren 22 vragen waarop de meeste leerlingen gebuisd waren. We hadden meer kunnen scoren als de vragen niet op tijd stonden. We hebben er veel van kunnen leren dus dat is al een goed teken!  

2.We hebben 5 verschillende verkeersborden gezien die vaak in het verkeer voorkomen. De leraar heeft ons een heleboel andere borden laten zien en wij moesten zegen welke categorie het was. De categorieën waren meestal af te leiden van de kleur en vorm. De meesten borden kenden we al dus de les was niet zo moeilijk. Het was wel interessant want er stonden heel wat rare borden tussen dus dat maakte de les ook een heel stuk grappiger.

3.We hebben die les wat bijgeleerd over de fietspaden. We hebben veel voorbeelden gekregen en gegeven. we hebben geleerd waar je wel en niet mag fietsen. Want als je verkeerd fietst dan zit je in de problemen. Ik weet nu dat kinderen jonger als 9 jaar op het trottoir mogen reiden als op voorwaarde dat de diameter van hun wiel niet groter is dan ongeveer 50 cm 

4.De dode hoek is een gevaarlijke zone waar je, je liever niet wilt bevinden. we hebben die les ook wat animatie filmpjes gezien van mensen die wel of niet werden aangereden door een vrachtwagen omdat ze zich wel of niet in de dode hoek bevonden. Er gebeurd minstens wel 1 keer in een maand een dode hoek ongeval wat wel erg is eigenlijk. We hebben gezien in ons boek wat de chauffeur wel en niet kan zien zodat je een zicht hebt op wat de chauffeur eigenlijk te zien heeft. meestal als je oogcontact kunt maken met de chauffeur dan zit je niet in de blinde zone/ dode hoek 

5.Je moet in het donker altijd opvallen in het verkeer anders kun je wel eens aangereden worden. De stopafstand van een auto is best wel ver en als de chauffeur je niet heeft gezien dan is die stopafstand vele dichter. Ik heb moeten controleren in mijn gedachten of mijn fiets alle benodigdheden had om goed op te vallen in het verkeer en ik val wel op in het donker door men fiets want hij heeft alle benodigdheden die die nodig heeft. je kunt ook lichten op je kleding bevestigen maar op de fiets is dat vele beter vind ik. je mag ook een knipperlicht hebben.

6.We hebben gezien hoe een tandwiel/ kettingoverbrenging in elkaar zitten.Je moest met een fiets van een klasgenoot de vragen oplossen. Dus je moest van alle proefjes doen met de fiets. Er waren verschillende resultaten maar dat komt ook omdat het allemaal andere fiets merken waren. Ik heb in het boek gelezen dat er vroeger de fietsen van voor een heel groot wiel hadden en vanachter en heel klein wiel.

7.We hebben gezien hoe je een band moet plakken. https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=EF_r_OcT5PM 
met deze link kun je een filmpje bekijken van hoe je een band moet plakken. We kregen per 2 een band die we moesten plakken en in de banden zat dus een gat die we moesten zoeken en plakken. Het was een leuke les vooral omdat je mochten praten. Nu weet ik hoe je een band moet plakken.